Beschrijving
Amitabha Boeddha op Naga
Dit is een beeld van Boeddha Amitabha, die op een opgerolde Naga zit.
Een Naga is een veelkoppige slang, die de Boeddha bescherming biedt.
Het beeld van Amitabha is gemaakt van brons.
Brons is een legering van koper en tin.
Een beeld met zoveel details vraagt om een groot vakmanschap van de maker.
Hier is een gietmodel gebruikt dat op een meesterlijke wijze is vervaardigd.
Na het gieten is het brons in een licht bruine kleur gepatineerd.
Kenmerken van Boeddha Gautama
Boeddha Amitabha zit in meditatie bovenop een opgerolde Naga.
Bij deze Boeddha hoort de Dhyana Mudra.
Dit handgebaar symboliseert dat de Boeddha in meditatie is.
Beide handen liggen in de schoot met de handpalmen naar boven.
De rechterhand ligt boven de linker.
Amitabha wordt geflankeerd door twee monniken die geknield voor hem zitten.
Beide monniken maken het gebaar van de Anjali Mudra.
Dit gebaar is een uiting van respect naar elkaar.
Bovendien bewijzen ze met dit gebaar eer aan Amitabha.
Let vooral op de zithouding van deze Boeddha.
Het rechterbeen is zo over het linker gevouwen dat de beide enkels zichtbaar zijn.
In tegenstelling tot de volledige Lotushouding noemt men deze de halve lotus.
Ook wel ‘Yoga’ of ‘Indiase Boeddha’ houding genoemd.
Betekenis van Amitabha op de Naga.
In het Boeddhisme is een Naga de beschermer van de Dharma.
Met zijn negen koppen ontfermt hij zich over de Boeddha.
Op het lijf van deze Naga bevindt zich het Wiel der Wet.
Te zien aan de voorkant van de troon.
Dat is een wiel met acht spaken.
De spaken verwijzen naar het Achtvoudige Pad.
Toen Amitabha wekenlang onder de heilige Bodhiboom zat,
begon het hevig en langdurig te regenen en te stormen boven de mediterende Boeddha.
Mucalinda, de koning van de Naga slangen, zag dat Boeddha gewoon in de regen bleef zitten.
Hij kwam uit de grond omhoog en boog zichzelf boven de Boeddha,
zodat deze beschermd zou worden tegen de regen.
Toen het weer opklaarde nam Mucalinda even de vorm van een mens aan.
Hij boog voor Boeddha en is weer terug gegaan naar zijn paleis onder de grond.
Hij was blij dat hij Amitabha had mogen helpen.